Zzp’ers: ze lijken als paddenstoelen uit de grond te schieten. Steeds meer mensen kiezen ervoor om freelancer te worden. Maar, hoe duidelijk is het verschil eigenlijk? En welke regels gelden er nu voor zzp’ers ten opzichte van werknemers? Om daar beter inzicht in te krijgen heeft Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip een wetsvoorstel gepubliceerd. Het doel? De regels voor het werken met werknemers en zzp’ers duidelijker maken.
In de nieuwe wetgeving is een zelfstandige pas een zzp’er als deze persoon niet aangestuurd wordt. Het is dus niet toegestaan dat een “chef” even komt buurten om te kijken of alles op rolletjes verloopt. Toch is dit bij veel redactiewerk in de media wel het geval. Het aantal zzp’ers is de afgelopen jaren flink toegenomen. Aan de ene kant worden veel functies in de journalistiek bijna niet meer aangeboden als arbeidsovereenkomst. Aan de andere kant willen werkenden meer vrijheid en flexibiliteit. Echter, de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) voorspelt dat het nieuwe wetsvoorstel grote gevolgen heeft voor freelancers in de mediawereld. Mogelijk zal het aantal zelfstandigen hierdoor zelfs afnemen.
Maar wanneer mag iemand zichzelf een zzp’er noemen? Hierbij wordt het takenpakket meegewogen. Wat voor soort werk moet de betreffende persoon doen? Is het structureel en zijn er mensen in dienst die soortgelijk werk doen? In die gevallen zou een arbeidscontract ondertekend moeten worden.
Het wetsvoorstel kan opgesplitst worden in twee onderdelen. Ten eerste heeft het kabinet ervoor gekozen om het “werken in dienst van” te verduidelijken. Om dat te kunnen bepalen wordt er gekeken naar drie punten: gezag (werkinhoudelijke aansturing), organisatorische inbedding (structureel werk en kernactiviteiten van de organisatie) en criteria voor ondernemerschap (KvK-inschrijving, btw-nummer, etc.).
Ten tweede wil het kabinet dat er een rechtsvermoeden van werknemerschap komt. Wanneer iemand wordt ingehuurd tegen een uurtarief van € 32,24 of lager kan, bij een gang naar de rechter, worden beoordeeld dat zij als werknemer gezien wordt en vrij eenvoudig werknemersrechten opeisen.
De doelen van deze twee speerpunten zijn het verminderen van schijnzelfstandigheid (je werkt als zzp’er maar bent eigenlijk geen ondernemer) en het bieden van een overzichtelijk toetsingskader, waardoor zowel werkenden als werkgevers duidelijkheid hebben over hun rechtspositie.
De streefdatum van de nieuwe wet is 1 juli 2025, maar het is nog onzeker of dat haalbaar is. Ongeacht of de nieuwe wet er “op tijd” is: de Belastingdienst zal per 1 januari 2025 weer strenger gaan handhaven op schijnzelfstandigheid.
Auteur: redactie