Bijna alle jonge artsen zijn trots op hun werk als a(n)ios: arts (niet) in opleiding tot specialist. En terecht, ze verlenen medische zorg aan mensen die dat hard nodig hebben en zorgen daardoor voor een betere kwaliteit van leven bij patiënten. Echter, tevreden over de arbeidsomstandigheden zijn ze niet. Er is sprake van ongewenst gedrag op de werkvloer en 24 procent geeft aan last te hebben van burn-outklachten, terwijl dit in 2020 nog 14 procent was. Dit blijkt uit de jaarlijkse a(n)ios enquête Gezond en Veilig Werken van belangenorganisatie De Jonge Specialist (DJS).
Maar liefst 1554 jonge artsen namen deel aan de enquête. De groep deelnemers bestond uit artsen (niet) in opleiding tot medisch specialist en arts-onderzoekers. Uit de analyse blijkt dat een groot deel (77 procent) van de aios erg tevreden is met de opleiding: ongeveer 90 procent zou kiezen voor hetzelfde specialisme. Toch overweegt 26 procent van de aios om te stoppen met de opleiding en dat heeft meerdere oorzaken. Zo is er een verstoorde werk-privé balans, een slecht baanperspectief en heerst er een bepaalde cultuur binnen het vak. Ook ervaart 44 procent een te hoge werkdruk en wordt er in driekwart van de gevallen geen vervanging geregeld bij langdurige ziekte of zwangerschap. DJS is bang dat de toestroom van a(n)ios hierdoor verder afneemt, waardoor de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg nog verder onder druk komen te staan.
Volgens DJS-voorzitter en aios cardiologie Anne Koppelaar moeten de arbeidsomstandigheden sterk verbeteren om gezonde en bevlogen a(n)ios voor het vak te behouden: “Het is goed dat deze problematiek ook in het Integraal Zorgakkoord wordt benoemd, maar er moet nu echt wat gebeuren. Daarom roepen we alle ziekenhuisbesturen, vakgroepen, opleiders en ook het ministerie van VWS op om zich in te zetten voor het behoud van deze enthousiaste jonge dokters, waarbij de aandacht ligt op de werk-privé balans, en preventie van burn-out en uitval door te werken aan de arbeidsomstandigheden. Dit betekent onder andere overwerk verminderen en zorgen voor juiste compensatie, de werkdruk verminderen door bij uitval tijdig vervanging te regelen, pauzes faciliteren en zorgen voor meer persoonlijke begeleiding.”
Minstens zo zorgwekkend is dat bijna een derde van het aantal respondenten te maken heeft gehad met ongewenst gedrag. Binnen deze groep geeft 55 procent aan geïntimideerd te zijn door bezoekers of patiënten, 27 procent ongewenste seksuele aandacht gehad te hebben van bezoekers of patiënten en 28 procent geïntimideerd werd door collega’s of zelfs leidinggevenden. Koppelaar: “Dit is volstrekt onacceptabel. Grensoverschrijdend gedrag mag nooit op de werkvloer plaatsvinden. Als DJS staan we voor een gezonde en vooral ook veilige werk- en opleidingsomgeving.”
De afgelopen jaren hebben de inspanningen van DJS al gezorgd voor een aantal verbeteringen. Zo is de belangenorganisatie na de enquête van twee jaar geleden langs alle raden van bestuur van ziekenhuizen geweest: “Dat heeft er onder andere toe geleid dat coaching steviger op de agenda staat. Ook zien we dat een hoger percentage aios aangeeft dat hun supervisor voor hen klaar staat.” Tevens hebben ze met andere organisaties aandacht besteed aan cultuurverandering via Zin in Zorg. Maar, Koppelaar benadrukt dat er nog steeds veel ruimte voor verbetering is. “Ondanks dat er meer gebruik wordt gemaakt van persoonlijke begeleiding, is het aantal jonge artsen met burn-outklachten toch gestegen. We hebben daarom een brandbrief gestuurd naar alle stakeholders in de zorg met verbetervoorstellen en een oproep om hier een passend vervolg op te geven. We moeten zorgen dat enthousiaste en bevlogen jonge dokters enthousiast blijven en zodoende de toekomst van de zorg bewaken.”
Auteur: redactie